Functie
Functie: In de tweekamerpatroon worden hars en verharder gescheiden opgeslagen en pas bij het uitpersen via de statische menger tot mortel gemengd. De statische menger zorgt voor een luchtvrije menging van de twee componenten en voorkomt dat de injectiemortel uithardt binnen de patroon. De uitgeperste injectiemortel omsluit de anker volledig, hecht aan de boorgatwand en sluit het boorgat af. Bij gebruik in holle stenen en met de zeefhuls zorgt de roosterstructuur van de huls voor een gelijkmatige verdeling van de mortel in het boorgat en voorkomt mortelverlies in de holte. Niet-dragende lagen kunnen bovendien worden overbrugd. Voor herhaald gebruik van een injectiemortel wordt de statische menger na het eerste gebruik niet verwijderd. De mortel hardt uit binnen de statische menger, die pas bij het volgende gebruik wordt vervangen.
Montage: De Upat injectiemortel UPM 11 wordt gebruikt met de Upat ankerstangen in voorsteek- of doorsteekmontage en met de Upat binnendraadankers in voorsteekmontage. Boorgat boren, boorgat reinigen. Bij holle stenen: gebruik de zeefhuls. Boorgat vullen. Anker lijmen. Aanbouwdeel vastschroeven – klaar. Het anker wordt met lichte draaibewegingen met de hand in het gevulde boorgat gedrukt. De temperatuur van het bouwmateriaal mag tijdens het uitharden van de mortel de opgegeven minimumtemperatuur niet onderschrijden. Minimale patroon temperatuur: +5°C. Bij het plaatsen van het anker in holle stenen wordt het gebruik van de Upat zeefhuls UPM-SH aanbevolen.
Gereedschap: Boor, boormachine, uitblaasmachine (UPM AB), borstel (UP BS), uitpersapparaat (UPM DM P/AM), momentsleutel